Woensdagmiddag.

We moeten vrij snel weg, want ik breng de meiden zo naar sport, én we moeten nog eten. Dus mijn plan: ik smeer snel brood op het aanrecht, iedereen propt het naar binnen, omkleden en gáán.

Nee dus.

Ene dochter: Maar mama, ik wil een soepje!
Andere dochter: Maar mama, ik wil een verfrissende boterham! (dat is een mayo/kaas/komkommer broodje 😉 ).

Oef.

Dat wordt krap als ik dat allemaal nog moet regelen, en dan zie ik ook nog dat de komkommer op is…
Dat redden we allemaal niet!
Dus dat meld ik.

Waarop de meiden zeggen: “mam, ik kan toch gewoon zélf mijn soepje maken”, en “mam, dan haal ik toch even zelf komkommer bij de supermarkt” (die om de hoek zit).

Oja!

Zo zie je maar hoe die oude patronen zich in alles blijven herhalen.

Mijn eerste reactie is dat IK dat allemaal moet doen. Maar: dat hóeft helemaal niet. De meiden zijn al 8 en ze kunnen al zo ongelooflijk veel zelf!

Dus kan ik het laten gaan en werken we samen in plaats van ik in mijn eentje. En dat voelt een stuk minder alleen 😉