Baf. Daar lag ik op mijn 29e op de badkamervloer. Omgevallen en opgebrand. What the * happened? Kort door de bocht?

Drie jaar eerder stierf mijn vader. Ik was 26, leefde in Berlijn en kwam direct terug om de begrafenis te regelen met mijn halfbroers en mijn zusje. Na twee weken standje ‘keihard aan de slag’ van regelen, ruimen, gedoe en een afscheid, belde ik mijn werkgever om – al dan niet onbetaald – verlof te krijgen omdat ik het aardig druk had gehad en omdat nou ja, mijn vader dus dood was. Ik kreeg een helder antwoord: “dat kan niet, we zien je maandag”.

En dat was dat. Ik zat die maandag weer op kantoor in Berlijn & dacht onbewust: “zo hoort dit blijkbaar te gaan: ‘je vader gaat dood en twee weken later zit je op kantoor en gaat het leven weer door’ “.

– Zes maanden later vloog ik (met mijn nu man) naar Nieuw Zeeland.
– Na anderhalf jaar Nieuw Zeeland begon ik aan mijn career switch master in Nijmegen.
– En na een jaar doorgaan en hard studeren viel ik dus om. Baf.

Drie jaar lang keihard ‘gewoon doorgaan’ en nicht einmal stil staan bij het overlijden van mijn vader, bleek toch niet écht the way to do this.

Dus landde ik op verschillende hulp stoelen. En leerde ik alles te voelen wat ik zo vakkundig had weggestopt en nooit had gevoeld: rouw. verdriet. boosheid. angst. The works. En oja, ook iets met grenzen en deze voelen en aangeven…

Het echte leren kwam echter pas hierna. In de praktijk elke dag opnieuw doen wat ik had geleerd bleek ‘a klus of a lifetime’, met best nog vaak wiebeligheid en zo nu en dan omdonderen en weer opkrabbelen. Inmiddels sta ik zó stevig in mijn schoenen dat ook als ik wiebel, en zelfs als ik soms wel eens dreig om te donderen, ik snel weer in mijn stevige sneakers terecht kom.

Dit zelf leren?

Leer eerst voelen.

Je lijf, je emoties, alles er op en eraan.

Dat is stap één.

Want als je zelf niet weet hoe het met je gaat, kan je zelf niet uit je wiebeligheid komen, of echt tijd nemen voor jezelf, of jezelf geruststellen als je ’s nachts wakker ligt.